In 1989, op 12 februari, spoelde potvis Valentijn aan op het strand Sint-André in Oostduinkerke. Het gemeentebestuur van Koksijde begroef hem op het domein van de abdijhoeve Ten Bogaerde. Het was toen al de bedoeling de 17 meter lange potvis later terug op te graven om hem tentoon te stellen. Na de proefopgravingen in 2013 werden concrete plannen gesmeed om Valentijn van Sint André uit de grond te halen. De feiten op een rijtje
- Valentijn van Sint André spoelde aan op 12 februari en werd begraven op 16 februari 1989. Het was toen de bedoeling hem na 10 jaar op te graven om hem daarna tentoon te stellen in een Koksijds museum.
- Hij is 17 meter lang en woog naar schatting 50.000 kg toen hij aanspoelde.
- Wetenschappelijke naam: Physeter macrocephalus
- Op woensdagmiddag 15 februari 1989 werden 7.000 geparkeerde auto’s geteld rond Sint André, daarbovenop kwamen nog tientallen schoolbussen uit het hele land. Niet minder dan 300.000 mensen kwamen die week een kijkje nemen.
- De eerste weken na zijn begrafenis was er sprake van opborrelend bloed, Valentijn moest daardoor met extra aarde worden bedekt.
- Het gemeentebestuur van Koksijde communiceerde rond 1 april 1989, bij wijze van grap, dat Valentijn van Sint André weer werd opgegraven, en dit om de tanden alsnog te recupereren om de factuur van het bergen te kunnen betalen.
- Tijdens de proefopgravingen van 2013 werden 8 tanden en 1 rib weggenomen.
- Op 13 mei zal Valentijn 11.043 dagen onder de grond hebben doorgebracht.
- Naar schatting zal 700 à 750 kubieke meter grond worden verplaatst om Valentijn bloot te leggen. De put wordt 25 m lang en 5 m diep.
- Tijdens de opgravingen vaardigt de UGent een vast team van 4 personen af om in Koksijde de nodige werken uit te voeren. Dit team wordt aangevuld met een 8-tal specialisten (naast morfologen ook ondersteuning door pathologen en archeozoölogen).
- 5 walvisflensmessen en 3 spademessen zullen gebruikt worden om het karkas te verwerken.
- De firma Vanlerberghe voorziet o.a. twee hydraulische graafkranen van 40 ton. Herman Vanlerberghe, de zaakvoerder, vindt het bijzonder om zo in de voetsporen van zijn vader Ivan te treden. De firma Vanlerberghe was in 1989 immers ook betrokken bij het begraven van de potvis.Als eerbetoon aan zijn overleden vader zal de aannemer de helft van zijn ereloon afstaan voor dit bijzonder project.
- Op het moment dat het skelet van Koksijde naar Gent wordt gevoerd, zal het naar schatting op basis van literatuurgegevens zo’n 6 à 8 ton wegen. Dit gewicht neemt nog af tijdens het maceratieproces.
- Na de opgraving, zal in de UGent een team van 10 personen instaan voor het versnijden van de resten van de potvis.
- Twee personen zullen het maceratieproces dagelijks opvolgen, op piekmomenten 4 personen. In deze fase wordt het skelet wekenlang ondergedompeld in een vloeistof, zodat de beenderen worden ontdaan van alle zachte resten. De verwerkingstanks hebben een capaciteit van 28.000 en 7.000 liter.
- In de laatste fase zullen 2 tot 5 personen instaan voor de samenstelling van het skelet.