Na exact drie maanden lockdown kunnen artiesten straks weer aan het werk bij BUDA Kortrijk, één van de grootste werkplaatsen voor podiumkunstenaars in Vlaanderen. Jaarlijks vinden zo’n 70 theater- en dansgezelschappen er de tijd en ruimte om nieuw werk te creëren. Binnenkort kunnen ze weer van start, al zal dat voorlopig binnen heel specifieke spelregels moeten. Kunstencentrum BUDA krijgt jaarlijks ruim 250 kunstenaars en cultuurwerkers over de vloer om er te werken aan nieuwe theater- en dansvoorstellingen. Dat gebeurt in één van de vijf repetitiestudio’s in Budatoren of – bij grotere residenties – in één van de twee podiumzalen in Budascoop. Kristof Jonckheere, directeur: “BUDA is in binnen- en buitenland gekend als een fijne plek om te werken. Er is een goede infrastructuur en onze ploeg denkt zoveel mogelijk mee met de kunstenaars. Vanaf half maart zijn alle studio’s en zalen op slot en de voorbije drie maanden werden maar liefst 31 residenties uit binnen- en buitenland geannuleerd. Het deed ons hart bloeden, want artistieke creatie is het DNA van BUDA. We zijn dan ook heel blij dat het stadsbestuur ons draaiboek met preventiemaatregelen goedkeurde en we op 15 juni de eerste artiesten mogen verwelkomen. Met open armen, maar mét de nodige afstand.” Bram Coeman, artistiek coördinator: “In de aanvangsfase kunnen enkel binnenlandse kunstenaars aan het werk en enkel in de helft van de studio’s of zalen. De andere helft blijft dan ‘in quarantaine’ tot de volgende residentie. Ook het aantal kunstenaars per repetitiestudio wordt beperkt zodat we de nodige fysieke afstand kunnen bewaren. We proberen het rechtstreekse contact tussen het BUDA-team en de residentiekunstenaars zo klein mogelijk te maken. Dat gaat erg tegen onze aard in, maar het moet nu even. Onze techniekers zullen elke ochtend alles voorbereiden vóór de compagnies aan het werk gaan. En ook binnen de gezelschappen moeten kunstenaars en technici de 1,5m bewaren en zoveel mogelijk gescheiden werken. Er wordt zelfs afgesproken wie welke materialen mag manipuleren.” Famke Struyve, productiemedewerker en verantwoordelijk voor alles van reis en verblijf van de residentiekunstenaars: “Voorlopig – zolang het eetcafé in Broelkaai 6 niet operationeel is – voorzien we zelf geen catering voor de residenten, maar we bezorgen hen wel een lijst met afhaalmogelijkheden bij lokale restaurateurs. Maar van zodra het mag en kan, willen we hen weer écht op volle krachten ondersteunen. Ook met de mogelijkheid om hun werk informeel en besloten te presenteren aan onze ‘compañeros’ (geëngageerde toeschouwers), wat momenteel nog uitgesloten is. Maar we blijven hoopvol.” 
