Vlaanderen telt vanaf 1 juli nog één interlandelijke adoptiedienst. Dat is een van de maatregelen die Vlaanderen neemt in een belangrijke hervorming van interlandelijke adoptie. Na de zomer volgen nog belangrijke wijzigingen aan het decreet. Die adoptiedienst begeleidt alle adopties van kinderen uit herkomstlanden waarmee een samenwerking loopt. De dossiers van kandidaat-adoptiegezinnen worden de komende maanden overgedragen.
Na de eenmaking van de binnenlandse adoptiedienst en de dienst maatschappelijk onderzoek die instaat voor het onderzoek naar de geschiktheid van kandidaat-adoptiegezinnen, zal er vanaf 1 juli in Vlaanderen ook één interlandelijke adoptiedienst zijn.
“Het aantal interlandelijke adopties, waarbij kinderen uit het buitenland door een gezin in Vlaanderen geadopteerd worden, is de afgelopen jaren sterk gedaald”, zegt Ariane Van den Berghe, Vlaams Adoptieambtenaar. “In 2009 werden nog 244 kinderen geadopteerd via interlandelijke samenwerkingen, in 2013 99 kinderen en vorig jaar 28. Tegelijk nam de complexiteit van de begeleiding toe: heel wat kinderen hebben immers een grote nood aan zorg en begeleiding. Er waren in Vlaanderen nog drie interlandelijke adoptiediensten, die telkens verantwoordelijk waren voor verschillende adoptielanden. De Vlaamse regering besliste al in 2019 om één erkende, interlandelijke adoptiedienst te erkennen. Zo worden de aanwezige kennis en middelen gebundeld en de zorg en begeleiding voor geadopteerden en adoptiegezinnen versterkt. De afgelopen maanden liep er een erkenningsprocedure. Experten van het Vlaams Centrum voor Adoptie beoordeelden samen met externe experten de twee ingediende aanvragen. Het Kleine Mirakel, één van de drie huidige diensten, zal nu een doorstart maken als enige interlandelijke adoptiedienst in Vlaanderen.”
Wouter Vandenhole, professor Kinderrechten aan de Universiteit Antwerpen was als externe expert betrokken bij de beoordeling van de aanvragen. “Eén adoptiedienst zal ervoor zorgen dat het belang van het kind nog centraler staat in de beoordeling van elk interlandelijk adoptiedossier. Helemaal vertrekken vanuit vragen in landen van herkomst, kandidaat-adoptieouders en adoptiegezinnen begeleiden met een interdisciplinair team, blijvend inzetten op professionalisering, levenslange adoptiezorg en loyale samenwerking in de adoptieketen: alle ingrediënten zijn aanwezig voor een kwaliteitsvolle aanpak naar de letter én de geest van het Kinderrechtenverdrag.”
Kandidaat-adoptieouders
“Het dossier van elk kandidaat-adoptiegezin wordt de komende maanden stapsgewijs overgeheveld” zegt Van den Berghe. “Dit heeft geen impact op de huidige wachtlijsten van de verschillende herkomstlanden. Elke dienst was verantwoordelijk voor specifieke landen, er is met andere woorden geen overlap van landen tussen de diensten. De medewerkers van de niet-geselecteerde diensten kunnen in de overgangsperiode ook aan de slag blijven. De landen die eerder samenwerkten met de andere adoptiediensten in Vlaanderen worden ingelicht over de nieuwe, erkende dienst. Er worden ook afspraken gemaakt over de overdracht van dossiers.”
Vlaams Minister van Welzijn en Gezin Hilde Crevits: “Vandaag zijn er drie interlandelijke adoptiediensten, het zijn kleinere vzw’s. Bedoeling van de één dienst is om de beschikbare middelen, kennis en expertise te bundelen om verder te kunnen professionaliseren en uit te groeien tot een sterke partner van VCA en een belangrijke stem in het adoptielandschap. Op die manier beantwoorden we ook beter aan de huidige realiteit van het beperkt aandeel adopties vanuit het buitenland richting Vlaanderen en Brussel. We willen op deze manier een kwaliteitsvolle ondersteuning voor geadopteerden en kandidaat-adoptiegezinnen beter op punt stellen en sterkere samenwerkingsrelaties opbouwen met de verschillende herkomstlanden. Het maakt ook deel uit van een bredere hervorming en we zullen na de zomer ook het decreet op heel wat punten wijzigen. Zo bouwen we aan een duurzame toekomst voor interlandelijke adoptie, waarin er ruimte blijft om zorg op te nemen voor kinderen waarvoor in hun land van oorsprong geen mogelijkheden meer gevonden worden en om hen kansrijk te laten opgroeien.”