God bestaat steeds opnieuw in Toon Tellegens gedachten. Soms is hij een kluizenaar, dan weer wordt hij wegens wangedrag aangehouden of is hij een buitengewoon goede balletdanser. Ook in de zomer draagt hij een dikke winterjas en regelmatig twijfelt hij eraan of de mensen van hem houden. Gelooft hij wel in zichzelf? Hij zit een keer in iemands hoofd, hij wordt betrapt op overspel, hij bedenkt een nieuwe, betere God, hij is af en toe onredelijk en kwaadaardig. Maar ook liefdevol en onzeker. Hij lijkt verdacht veel op een mens, maar is toch steeds God. ‘God wist alles, maar niet of hij wel bestond.’ Op weergaloze wijze speelt Toon Tellegen met onze ideeën, gevoelens en verlangens over het bestaan van God in de wereld – voor alle gelovigen en ongelovigen. Toon Tellegen (1941) schrijft proza en poëzie, voor volwassenen en kinderen. Behalve dierenverhalen schrijft hij autobiografisch herinneringsproza als De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne, Een vorig leven en De seringenboom. Zijn werk is veelvuldig bekroond – voor zijn gehele oeuvre ontving hij de Theo Thijssenprijs, de Hendrik de Vriesprijs en de Constantijn Huygens-prijs.
‘De liefste wens’ van Toon Tellegen
Het vuurvliegje wil schijnen als de zon, de houtworm zou wel eens in steen willen boren en de mammoet wil niet meer uitgestorven zijn. Elk