HARELBEKE/KUURNE/RED. – Dat BRU fotograaf Hendrik Lefebvre oog voor fotogenieke momenten heeft, is een publiek geheim. Zijn kunstzinnige fotoreportages zijn zeer talrijk. Vandaag verkennen Hendrik en zijn fotolenzen – voor onze lezers – de toren én de beiaard van de Sint Salvatorkerk in Harelbeke. Lees, kijk en geniet mee …
Huidig beiaardier Koen Cosaert werpt een blik op de geschiedenis van dit merkwaardig instrument en verschaft uitleg over het kerkgebouw.
Hoe het begon
In het begin was er een geestelijke gemeenschap, een zogenaamd kapittel. Zij beschikten over veel eigendommen en waren dus zeer rijk, dankzij de pacht en taksen die ze mochten heffen. Ze bouwden een te grote kerk, met heel veel pracht en praal, waardoor ze door de bisschop op de vingers werden getikt.
Zoals de klok in de kerktoren klepelt …
In die tijd vervulden klokken een belangrijke functie. Want uurwerken bestonden toen nog niet echt en waren – als ze al eens bestonden – peperduur. Dus lieten klokken, mensen op het omringende land of thuis, weten hoe laat het was. Maar klokken gingen ook luiden om andere mededelingen te doen … een brand, een huwelijk, een begrafenis en in sommige regio’s luidde er een prikklok avant la lettre om te laten weten wanneer er gewerkt of gerust moest worden.
De invloed van de zon én de trein
In de tijd van toen hield men enkel rekening met het zonne-uur. Omdat de zon vroeger opkomt in het Limburgse Hasselt dan in het West-Vlaamse Harelbeke, hadden ze daar dan ook een andere tijd.
In 1892 werden al die verschillende uren in gans België en later in grote delen van Europa gelijkgeschakeld. Met dank aan de opkomst van de trein, die nationaal reed.
Hoogbouw
Ook de Harelbeekse beiaard (er zijn er 100 in België) moest hoog gebouwd worden, inclusief voldoende grote klokken om ver genoeg gehoord te kunnen worden. Dit was een dure investering. Joris Demeurie kon in 1785 een tweedehands beiaard op de kop tikken, maar al in 1792 kwamen de Fransen “op bezoek”. Omdat er van de bronzen klokken kanonnen dreigden gemaakt te worden, liet de gemeente Harelbeke ze confisqueren. Waardoor de klokken gelijk van smelting werden gered.
Dynamiet
De beiaardtoren van Harelbeke, werd in 1940 gedynamiteerd om te verhinderen, dat de Duitsers deze zouden gebruiken als geschutstoren met uitzicht over de Leie. Na de oorlog kocht een Amerikaanse vrouw een groot deel van de klokken en liet deze klepelen aan de universiteit van Alfred, Pennsylvania.
Wierook
De huidige klokken zijn van 1959. Er hangen 50 klokken in deze ruime klokkenkamer. De horizontale bank is voor kerkelijk gebruik, de andere hebben verschillende toepassingen.
De grote klokken bewegen en slaan zo tegen de klepel. De Sint Salvatorklok weegt 1.600 kg en in beweging hangt ze bijna horizontaal. Dit brengt een zijdelingse kracht teweeg die 1,5 x groter is dan haar eigen gewicht. De complete klokkenstoel kan zo soms 20 centimeter bewegen.
Iedere klok wordt net als een kind gedoopt en krijgt een naam. Men legt er een doopkleed over en er wordt wierook ondergezet. De bisschop komt altijd de nieuwe klokken inwijden en dopen.
Wereldberoemde Vlaamse beiaardiers
Van 1430 tot 1600 kenden we hier in Vlaanderen wereldberoemde beiaardiers. De Pevernagestraat verwijst nog steeds naar 1 van hun beroemde zonen. De Vlaamse beiaardiers waren toen graag geziene gasten, ook in Rome.
Terwijl de grote klokken voor kerkelijk gebruik zijn gereserveerd, gebruikt de beiaardier mechanische ‘hamers’ die tegen de klok slaan, om het uur aan te geven of om een deuntje te spelen.
Standaardmelodieën worden gegenereerd door een computer en die hamers worden dus bediend via een elektrisch hamer.
Een beetje zoals bij een piano
De bediening van een beiaard is een beetje zoals bij een piano. De bovenste rij kan je beschouwen als de zwarte toetsen van de piano, de tweede rij als de witte toetsen. De grote klokken die dus meer kracht vragen, worden bediend met voetpedalen.
Beiaardier worden vergt een ganse opleiding … ook Anaëlle Marescaux weet intussen wel waar de Harelbeekse klepel hangt.
Foto’s Hendrik Lefebvre